Softwarepatenten kunnen de Microsoft antitrustzaak nutteloos maken
Steven Ballmer, CEO van Microsoft, is een verstandig man. Tijdens een interview voor een financieel tijdschrift in maart 2006, sprak hij over Vrije Software en kwam tot het volgende besluit, "I'm not saying it's not real competition. Maybe the world has exactly what it wants. It has us moving fast and hard, keeping our prices down." Vrij vertaald: Competitie van Vrije Software zoals GNU/Linux houdt Microsoft innovatief en voorkomt dat we onze prijzen willekeurig en onbeperkt kunnen verhogen.
Ballmer was tijdens het interview zo eerlijk om toe te geven dat Microsoft zeker juridische procedures zal opstarten als de concurrentie te hinderlijk wordt. Hij zei letterlijk, "Er zijn experten die beweren dat Linux gebruik maakt maakt van onze intellectuele eigendommen. Ik ga daar geen commentaar op geven. Maar voor zover dit het geval is, zijn we het aan onze aandeelhouders verplicht om een strategie te ontwikkelen." Tussen de regels kan je duidelijk lezen dat Microsoft de concurrentie lastig begint te vinden en alle mogelijke middelen zal aanwenden om opnieuw de volledige controle over de markt te verwerven.
Spijtig genoeg is Ballmers woordkeuze wat onduidelijk. De term intellectuele eigendom is bijna nergens ter wereld een wel omschreven juridische term. Advocaten werken liefst met duidelijke wel omschreven juridische begrippen zoals het auteursrecht, het handelsmerk en softwarepatenten. Aangezien het auteursrecht en het handelsmerk vandaag al zeer goed beschermd worden, is de kans klein dat Ballmer hiernaar verwijst. Waar hij het dus echt over heeft zijn de softwarepatenten.
En Microsoft kent de problemen die softwarepatenten veroorzaken maar al te goed. Het volgende is een uitspraak van Bill Gates, medeoprichter van Microsoft, uit 1991:"Als mensen tijdens het ontwikkelen van de theorieën die vandaag hun toepassing vinden, moesten begrepen hebben hoe patenten nu worden toegekend en die ideeën ook daadwerkelijk gepatenteerd zouden hebben, dan zou heel onze industrie nu tot stilstand gekomen zijn. Nog veel interessanter is de conclusie die hij hieruit trekt:" De oplossing bestaat erin alles te patenteren wat we kunnen patenteren. Toekomstige startups zullen verplicht zijn voor elk gepatenteerd idee de prijs te betalen die de patentreuzen aanrekenen. En die prijs is best heel hoog, aangezien het in het belang is van de bestaande bedrijven om elke toekomstige concurrentie te vermijden."
Als gevolg van deze conclusie heeft Microsoft over heel de wereld duizenden patenten aangevraagd en verkregen, ook in Europa. Aangezien er in Europa geen wetgeving bestaat om deze patenten regionaal af te dwingen heeft de softwaregigant de laatste jaren hard gelobbyd om deze wetgeving te creëren. Tot nu toe zijn al deze initiatieven mislukt, maar dat weerhoudt Microsoft niet om mensen angst aan te jagen (= FUD: fear, uncertainty, and doubt) voor mogelijke problemen met Vrije Software en intellectuele eigendommen. Het einddoel is duidelijk: Het recht op vrije keuze voor software door de gebruiker verhinderen.
De Europese commissie probeert deze vrije keuze te beschermen door zijn beslissing in de antitrustzaak uit 2004 te verdedigen voor het Europese Hof van Eerste Aanleg. Ondertussen kiezen grote en kleine bedrijven voor hun vrijheid door een mengeling van verschillen besturingssystemen en programma's te gebruiken op hun netwerken. GNU/Linux, unix en Apple langs de ene kant en Windows aan de andere kant. Binnen deze twee werelden loopt de communicatie vlot, maar onderling zijn er grote problemen. Deze problemen zijn niet het gevolg van technische beperkingen maar worden kunstmatig gecreëerd door Microsoft om de samenwerking tussen de verschillende systemen te verhinderen.
Op deze manier kunnen ze hun monopolie op een PC of in een netwerk handhaven. In 2004 besliste de Europese Commissie dat Microsoft de vrije concurrentie in Europa verhindert. Ze verplichtte hen om de marktsituatie te herstellen door documentatie beschikbaar te stellen die beschrijft hoe je met hun producten kan communiceren. Deze softwaregrammatica kan je vergelijken met de regels in gewone talen. (De FSF Europa heeft de toestemming gekregen als derde partij op te treden en steunt de Europese Commissie in de rechtzaak die reeds startte in 2001).
Het feit dat Microsoft weigert te voldoen aan de verzoeken van de Commissie bewijst dat er voor hen meer op het spel staat dan alleen de controle over de softwaremarkten. Hun hele bedrijsmodel wordt in vraag gesteld. Microsoft haalt 80% van zijn omzet en bijna al zijn winst uit Windows en de Office paketten. Zou dit komen omdat alle gebruikers zo tevreden zijn over de Microsoft software? Of worden ze verplicht deze producten te blijven kopen omdat ze ooit, op een onachtzaam moment, iets van deze producent hebben gekocht?
Microsoft en zijn aandeelhouders zijn duidelijk bang om klanten te verliezen. Elke keer dat de Europese Commissie nieuwe initiatieven neemt om Microsoft te verplichten zijn protocollen openbaar te maken, duikt de prijs van hun aandelen. Sinds de beslissing van de Europese Commissie in 2004 zijn hun aandelen globaal gezien niet meer gestegen. Het management en de aandeelhouders blijven er duidelijk van overtuigd dat deze beperkende maatregelen het toekomstige succes van Microsoft moeten verzekeren.
Door de toenemende concurrentie van Vrije Software en andere alternatieven krijgt Microsoft het steeds moeilijker om de huidige hoge winstcijfers, die de aandeelhouders al jaren gewoon zijn, te behouden. Daarom zijn ze zoek naar naar nieuwe kansen zoals beveiligingssoftware, zoekrobot, RFID, en internettelefonie (VoIP). Ze willen al deze nieuwe mogelijkheden, naar aloude traditie, inbouwen in hun besturingssysteem, een praktijk de de Europese Commissie reeds in haar beslissing van 2004 veroordeelde. Voorlopig is Microsoft echter bereid om dagelijks $ 2,4 miljoen aan boetes te betalen om dit bedrijfsmodel aan te houden. Het is immers maar een klein deel van de enorme winst die ze genereren dankzij hun monopolies.
En hier ligt de kern van de zaak: Microsoft rekent op softwarepatenten om zich uit deze situatie te redden. Zelfs als ze uiteindelijk aan de vraag van de commissie moeten voldoen om hun geheime protocollen bekend te maken en om bepaalde programma's niet langer samen met een besturingssysteem te verkopen, dan zullen het de softwarepatenten zijn waarmee ze hun concurrenten, de Vrije Software in het bijzonder, kunnen decimeren. Alhoewel twee eerdere pogingen om een Europese wetgeving rond softwarepatenten te maken zijn afgeslagen, kan Charlie McCreevy, de Europese commissaris voor de interne markt en diensten, altijd een nieuw initiatief opstarten.
Dat zou het wel het toppunt van ironie zijn. Een commissie die aan de ene kant alles in het werk stelt om de vrije keuze van software te herstellen door de antitrustzaak tegen Microsoft, zou aan de andere kant een wetgeving instellen die Microsoft de kans geeft alle concurrentie van Vrije Software voorgoed te vernietigen. Als deze regelgeving in heel Europa zou gelden, zullen bedrijven die willen concurreren met Microsoft voortdurend worden afgeblokt door softwarepatenten die alle innovatie in Europa zal stoppen. Als Europa het meent met zijn vrije concurrentiebeleid, zullen ze moeten weerstaan aan de vraag voor softwarepatenten die hun beleid monddood zouden maken.
Jonas Öberg
Vice President
FSFE,
Trollhättan, Zweden
Carlo Piana
Advocaat
Studio Legale Tamos Piana & Partners,
Milaan, Italië