Verklaring van de Free software Foundation Europe (FSFE)
TWEEDE SESSIE VAN DE VOORLOPIGE COMMISSIE VOOR VOORSTELLEN DIE VERBAND HOUDEN MET DE WIPO ONTWIKKELINGSAGENDA (Genève, 26-30 juni 2006)
Geachte voorzitter,
De Free Software Foundation Europe (FSFE) heeft verschillende opmerkingen over het document PCDA/1/6 Prov. 2 en de discussies die daarop volgden.
Bij item B22 heeft de FSFE tot haar grote verbasing moeten lezen dat Vrije Software en Creative Commons beschreven worden als activiteiten die buiten het mandaat en toepassingsgebied van de auteursrechten vallen. We hebben ook begrepen dat de gewaardeerde afgevaardigde van Mexico gelijkaardige opvattingen had. Zoals we uitleggen in ons "Referentiedocument over de basisprincipes van Vrije Software", dat ter beschikking ligt op de tafels buiten, worden voor de overgrote meerderheid van Vrije Software de auteursrechten gebruikt voor het licentiëren van de software.
Hetzelfde geldt voor Creative Commons dat bestaat uit een pakket modulaire auteursrechtenlicenties voor artistiek werk. We veronderstellen dat het niet de bedoeling is van WIPO om auteursrechten in het algemeen buiten haar bevoegdheid te plaatsen. Wij raden daarom aan om punt B22 te herformuleren zodat het een "versterking van de activiteiten" nastreeft voor alle gebruikte auteursrechtensystemen, waaronder ook Vrije Software en Creative Commons.
Met betrekking tot de items A18 en 25 en ook C13,14,15 en 18 wil de Free Software Foundation Europe de vergadering graag attent maken op de problemen die de Europese Commissie momenteel ondervindt bij het herstellen van een competitieve markt tegenover Microsoft. Deze zaak is een heel goed voorbeeld van de problemen die de geïndustrialiseerde landen ondervinden bij het beperken van de misbruiken van monopolies en toont ook aan waarom het beschikbaar stellen van technische specificaties niet volstaan voor het onderhouden van een Open Standaard.
Dit probleem wordt steeds beter begrepen door wetgevers in verschillende landen, zoals bijvoorbeeld in Denemarken. In haar motie B103 definieert het Deense parlement een Open Standaard aan de hand van drie criteria. Elke Open Standaard moet a) goed gedocumenteerd zijn, met de volledige specificaties publiek toegankelijk, b) vrij implementeerbaar zijn, zonder economische, politieke of juridische beperkingen en vrij in gebruik, c) gestandaardiseerd zijn en beheerd worden in een open forum (in wat men een standaardisatieorganisatie noemt) door middel van een open proces.
We raden de afgevaardigden ook aan om eens naar de redenering achter deze motie te kijken. Daarin staat duidelijk beschreven waarom open standaarden noodzakelijk zijn voor een verdere verspreiding van software-afhankelijkheid van de ene groep gebruikers (of organisaties) naar een andere groep te stoppen.
Zoals reeds aangehaald in de verklaring van de gewaardeerde afgevaardigde van India is Vrije Software heel belangrijk voor het creëren van voldoende capaciteit en de beste keuze om overheden de nodige onafhankelijk te geven, wat trouwens ook goed is voor de "gewone" man en vrouw. Wij denken dat dit heel relevant is vooral met betrekking tot de items A2, 6, 7, 11, 12, 14 en 15, B9, 11, 27 en 28 alsook voor C1, 3, 10, 11 en 12.
Mhr. de voorzitter
Vrije Software is relevant voor WIPO en niet alleen in de betekenis van "gelicentieerd zijn onder het auteursrecht". Het is ook relevant voor het massale gebruik van software dat WIPO plant voor de activiteiten rond de ontwikkelingsagenda, in het bijzonder A11, 12 en 14, B9 en D11.
Voor al deze punten zou de algemene vergadering overeen moeten komen om verder te gaan. Vrije Software en Open Standaarden worden essentiële bouwstenen voor WIPO's activiteiten rond ontwikkeling.
Wij zijn inderdaad de mening toegedaan dat dankzij het aanvuren van dit debat de ontwikkelingsagenda kan helpen om heel WIPO aan te passen zodat de organisatie klaar is voor de uitdagingen van morgen. Men raakt er steeds meer van overtuigd dat het zeer belangrijk is voor de politieke organisaties en structuren in een democratie dat ze niet afhankelijk worden van de belangen van één enkele verkoper. Verschillende politieke structuren van over heel de wereld hebben hun beleid dan ook al aangepast om hun onafhankelijkheid en politieke integriteit veilig te stellen. Zo eisen ze bijvoorbeeld controle over de software die ze nodig hebben voor hun dagelijkse werking. De FSFE gelooft dat WIPO als organisatie bij al haar activiteiten voor gelijkaardige problemen zal komen te staan en deze dan ook tijdig moet aanpakken.
Tenslotte wil ik opmerken dat volgens de FSFE de items E7 en 8 centraal staan in WIPO's zoektocht naar grotere transparantie, meer democratie en grotere betrokkenheid van al de belangengroepen. Wij vragen dan ook aan alle delegaties om deze punten te ondersteunen.
Bedankt meneer de voorzitter.
Verklaring van Dhr. Georg C.F. Greve
<greve@fsfe.org
>
Voorzitter Free Software Foundation Europe UN World Summit on the Information Society (WSIS),
Co-Coördinator werkgroep Civil Society Patents, Copyrights,
Trademarks (PCT)
Vertegenwoordiger van de burgerorganisaties in de de Duitse
delegatie tijdens de eerste fase.