Contribute and be proud of defending Software Freedom from monopolist control! We are intervening in the Apple vs. EC case: Find out more.

Nieuws

20 jaren FSFE: Interview met Nico Rikken over de activiteiten van landteams

op:

In onze vijfde verjaardagsuitgave interviewen we Nico Rikken en richten we de aandacht op het FSFE-landteam Nederland. Door onze discussie heen kunt u ook een glimp opvangen van hoe FSFE-landteams werken. En als er geen FSFE-team in uw land is, is dit een mooie kans om te zien hoe er één gevormd wordt.

Nico Rikken, een elektrotechnisch ingenieur en programmeur, is een van de coördinatoren van het FSFE Nederland landenteam. Zijn belangstelling voor technologie, gecombineerd met zijn waardering voor gemeenschap en minachting voor centrale controle, brachten hem naar de FSFE in 2014. Sindsdien heeft hij de FSFE geholpen met zijn technische vaardigheden, terwijl hij een grote bijdrage levert aan de opbouw van de gemeenschap. Met dit interview maakt u niet alleen kennis met Nico Rikken, maar ook het landenteam van de FSFE Nederland. Nico Rikken, een elektrotechnisch ingenieur en programmeur, is een van de coördinatoren van FSFE-landteam Nederland. Zijn belangstelling voor technologie, gecombineerd met zijn waardering voor gemeenschap en minachting voor centrale controle, brachten hem in 2014 naar de FSFE. Sindsdien heeft hij de FSFE geholpen met zijn technische vaardigheden, terwijl hij een grote bijdrage levert aan de opbouw van de gemeenschap. Met dit interview maakt u niet alleen kennis met Nico Rikken maar ook met het FSFE-landteam Nederland.

Interview met Nico Rikken

FSFE: Herinnert u zich het eerste contact dat u had met de FSFE? Hoe heeft het zich van daaruit ontwikkeld?

Nico Rikken: Ik herinner me nog wel de meeste van mijn 'eerste ervaringen' met de FSFE. Strikt genomen was mijn eerste contact het lezen van de FSFE-website en het worden van een Fellow (de constructie in die tijd). Maar na deze vrij formele regeling was ik op zoek naar meer informeel contact en een gevoel van gemeenschap. Zo heb ik nog steeds goede herinneringen aan hoe Felix Stegerman, toen vice-coördinator Nederland, mij uitnodigde voor de Linux Nijmegen Gebruikersgroep om elkaar te leren kennen en meer over de FSFE te weten te komen. Tot die avond waren mijn inspanningen voor Vrije Software een solo-aangelegenheid en dat veranderde op die avond. Ik werd deel van een grotere gemeenschap van gelijkgestemden, dankzij Felix.

FSFE-kraam op T-Dose. Nederland, 2016.
Tot die avond waren mijn inspanningen op het gebied van Vrije Software een solo-inspanning en dat veranderde op die avond. Ik werd deel van een grotere gemeenschap van gelijkgestemde mensen, dankzij Felix.

Later dat jaar woonde ik mijn eerste Vrije Software-conferentie, T-Dose, bij en een paar maanden later mijn eerste FOSDEM. Van daaruit is mijn FSFE-reis geëvolueerd met evenementen, kramen, presentaties, gemeenschapsevenementen, politieke inspanningen en het onderweg ontmoeten van steeds meer leden van de gemeenschap. In 2019 namen André en ik het coördinatorschap over van Maurice Verheesen en Felix, met als doel de plaatselijke groep een nieuwe impuls te geven. Wij hebben een groeiende groep van actieve supporters met meerdere lopende activiteiten, waarvan ik me trots voel dat ik er deel van mag uitmaken.

Samen met André Ockers coördineert u FSFE's landteam in Nederland. Kunt u ons een typische maand beschrijven in termen van activiteiten en engagement binnen de gemeenschap?

Sinds de pandemie is de maandelijkse online-bijeenkomst de hartslag van het Nederlandse landteam. Het gebrek aan reizen heeft ons in staat gesteld vaker bijeen te komen en een grote opkomst te hebben. Vroeger ontmoetten wij elkaar in het centrum van Nederland bij de NLLGG Linux Gebruikersgroep, maar dat vereiste reizen en dus was de opkomst vrij laag. Tijdens onze online bijeenkomsten bespreken wij allerlei onderwerpen: van recent nieuws en persoonlijke bevindingen tot meer strategische mogelijkheden om het onderwerp Vrije Software te presenteren en lopende inspanningen. André en ik faciliteren door als brug te fungeren naar de rest van de FSFE en naar andere organisaties.

In de afgelopen maanden hebben wij toenemende eisen voor digitale autonomie in Nederland gezien, gevolgd door positive ontwikkelingen betreffende Routervrijheid. Hoe ziet u deze ontwikkelingen? Wat was de rol van het FSFE-landteam Nederland?

Ik ben erg bezorgd over het gebrek aan Vrije Software en Open Hardware-adoptie in Nederland en in heel Europa en de wereld wat dat betreft. Wij vertrouwen steeds meer op computersystemen in plaats van op mensen. Deze automatisering brengt wel veel voordelen met zich mee, maar ook risico's van verlies van transparantie, verlies van privacy en centralisering van de controle. Met de grootschalige invoering van cloud-diensten, AI en algoritmen evenals een toename van cyberaanvallen worden steeds meer mensen zich bewust worden van de noodzaak van betere oplossingen en meer regelgeving. Ik zie Vrije Software, Open Standaarden en Open Hardware als manieren om de technologie zelf en de sociale structuren eromheen te verbeteren en daarom denk ik dat we er meer van nodig hebben en dat ze prioriteit moeten krijgen van onze regeringen.

Nico Rikken, teamcoördinator van de FSFE Nederland, vertelt over Vrije Software in de Nederlandse publieke sector tijdens Still Hacking Anyway. Nederland, 2017.
Ik zie Vrije Software, Open Standaarden en Open Hardware als manieren om technologie zelf en de sociale structuren eromheen te verbeteren. Dus denk ik dat we er meer van nodig hebben en dat ze prioriteit moeten krijgen van onze regeringen.

Het probleem dat Nederland (burgers, bedrijven en overheid) te afhankelijk wordt van specifieke verkopers en oplossingen is niet nieuw en is de afgelopen jaren al vaak besproken. In die zin is dit verslag van de Nederlandse Cyber Security Raad de zoveelste oproep tot verandering. Aangezien dit rapport afkomstig is van een organisatie die dichter bij de de regering staat en de oproep urgentie heeft, zullen we hopelijk wat meer actie zien van bedrijven en overheid. Bij het stemmen zijn Nederlandse parlementsleden over het algemeen voorstander van de adoptie van Open Standaarden en Vrije Software maar in de praktijk staat het laag op de prioriteitenlijst en dus wordt de regering niet verantwoordelijk gehouden om tot actie te komen. De rol van het landteam in dit opzicht beperkt. Rijk Ravestein schreef een herzienend artikel over rapport en stelt voor Vrije Software te gebruiken als een levensvatbare oplossing voor dit probleem. Buiten het artikel hebben wij met verschillende regeringsinstanties over het onderwerp Vrije Software gesproken om mogelijkheden uit te lichten en manieren om de situatie te verbeteren te bespreken. Ik vind het belangrijk dat wij niet alleen de ontwikkelingen kritisch volgen maar dat wij ons ook constructief mengen in discussies waar wij kunnen.

Het onderwerp routervrijheid is iets heel anders. De Routervrijheid-campagne heeft onze leden ertoe gezet de situatie in Nederland beter te bekijken. Zo schreef André Internet Service Providers (ISP's) over hun praktijken en informeerde Kevin Keijzer ons over hoe Routervrijheid voor hem in de praktijk uitpakt. Kevin heeft enkele van zijn bevindingen gedocumenteerd op zijn wiki-pagina. Routervrijheid was in Nederland in de praktijk'niet al te slecht maar er zijn nu sterkere garanties voor in de plaats gekomen. Ik denk dat de praktische vrijheid die er al was, voortkomt uit de technologie-bewuste gemeenschap in Nederland die al zelf een router installeerde in plaats van de router die door de ISP wordt geleverd. Deze nieuwe meer formele garanties kunnen worden toegeschreven aan het lobbyen van de FSFE in Europa en niet aan het landteam in Nederland. De FSFE heeft meegewerkt aan de BEREC-richtlijnen over de implementatie van de Open Internet Verordening, die werden geciteerd als de reden voor de nieuwe regels. In Nederland hebben we de gelegenheid van de raadpleging over de nieuwe regels gemist aangezien dit niet op onze nieuwsradar stond. Aan de raadpleging namen vooral ISP's deel die tegen de nieuwe regels waren. Desalniettemin zijn de ingevoerde regels in overeenstemming met de BEREC-richtlijnen.

Wat ziet u als de meest dankbare activiteiten of grootste successen van het Nederlandse team?

Deze vraag is moeilijk te beantwoorden omdat onze activiteiten divers zijn geweest en sommige in samenwerking met mensen buiten het landteam. Ik denk dat onze grootste verwezenlijking het niveau van vertaling van de FSFE-website en informatiemateriaal is geweest. André is een volhardende vertaler geweest en samen met andere gewaardeerde bijdragen van andere leden van de gemeenschap hebben we nu, voor een groter bereik en impact, het grootste deel van het informatiemateriaal en nieuws in het Nederlands.

Ik denk dat onze grootste impact kwam door onze betrokkenheid bij de recente rechtszaak van Jos van den Oever over het verkrijgen van de broncode van de Debat Direct App. Dit was strikt genomen niet een inspanning van het landteam maar we waren erbij betrokken en kregen ook steun van de FSFE. Het eindoordeel resulteerde niet in publieke broncode maar door de rechtszaak heeft Jos aangetoond dat broncode kan worden opgevraagd via een WOB-verzoek. Het succes zal afhangen van de specifieke situatie en de landspecifieke implementatie van de EU-richtlijn. Geïnspireerd door dit verzoek heeft Daniel Joffe ook een verzoek voor broncode ingediend en ik ben er vrij zeker van dat dit niet het laatste juridische verzoek om broncode in Nederland zal zijn.

FSFE-plek in een non-profit hackerskamp. Nederland, 2017.

Wat zijn volgens u bijzondere factoren die de de opmars van Vrije Software in Nederland vergemakkelijken?

Neem mijn antwoord alstublieft met een korreltje zout, want dit komt neer op persoonlijke overtuigingen en generalisaties. Ik denk om te beginnen dat de bredere technologie-bewuste gemeenschap in Nederland behulpzaam is. Er zijn genoeg systeembeheerders en programmeurs die waarde hechten aan controle over technologie vanuit een doe-het-zelf perspectief en dus een inherente voorkeur hebben voor Vrije Software, Open Standaarden en oplossingen die de privacy van de gebruiker beschermen. Deze groep volgt ontwikkelingen of regelgeving en het aanbod van bedrijven met een kritisch oog op fora zoals Tweakers of technologiepodcasts die de discussie over deze FSFE-gerelateerde onderwerpen vooruit helpen. Er is ook een kleinere maar actieve groep die onze bezorgdheid deelt vanuit een ethisch, niet-technisch perspectief door vraagtekens te zetten bij onze afhankelijkheid van big tech en de privacyschendingen die er meestal mee gepaard gaan. Beide groepen brengen het debat over gebruikerscontrole en digitale soevereiniteit vooruit en sturen de politiek, overheid en bedrijven in de juiste richting.

Ik denk dat deze kritische kijk op technologie wordt versterkt op het niveau van de Europese Unie, waar deze landen voorstander zijn van een meer strategisch spel waarvoor Vrije Software heel zinvol is.

Onze grootste factor is misschien wel onze deelname aan de Europese Unie (EU, vert.), omdat het mij lijkt dat de EU meer capaciteit heeft om beleid te ontwikkelen ter bescherming van burgerrechten en regulering van digitale infrastructuur. Op nationaal niveau wint dit onderwerp geen doorslaggevende stemmen bij de verkiezingen, dus wordt het nauwelijks in het openbaar besproken. Ook is er in het parlement een algemeen gebrek aan kennis over technologie en de sociale constructies om het huidige beleid ter discussie te stellen en een nieuw beleid te ontwikkelen. Ik krijg de indruk dat een groot deel van de IT-oplossingen in Nederland gecentreerd zijn rond Amerikaanse leveranciers. En dus wordt regelgeving die voorkomt dat bedrijven privé-informatie opslaan in de VS beschouwd als een last voor bedrijven, in plaats van een goede bescherming voor het algemene publiek. Mijn indruk is dat het in Frankrijk en Duitsland gewoner is om vraagtekens te zetten bij aanbiedingen van Amerikaanse leveranciers en de voorkeur te geven aan nationale aanbiedingen. Deze voorschriften hebben niet direct betrekking op de adoptie van Vrije Software maar ik denk wel dat het in vraag stellen van de ethiek van het aanbod en het waarderen van digitale soevereiniteit morele gronden zijn die goed passen bij Vrije Software. Ik denk dat dat deze kritische kijk op technologie versterkt wordt op het niveau van de Europese Unie, waar deze landen op één lijn zitten en voorstander zijn van een meer strategisch spel, waarvoor Vrije Software heel zinvol is. In die zin denk ik dat de Europese Unie ook Vrije Software in Nederland vooruit brengt.

Hoe kunnen mensen beginnen deel te nemen aan het Nederlandse team? Kunt u enkele voorbeelden geven van hoe de bestaande leden meer te weten kwamen over het FSFE-team Nederland?

Het makkelijkste is om deel te nemen aan het gesprek op XMPP of aan te sluiten bij onze online ontmoetingen en inspanningen daar. We hebben wel een e-maillijst maar in de praktijk wordt die alleen gebruikt voor aankondigingen. Aangezien we allemaal vrijwilligers zijn, denk ik dat het belangrijk is dat onze supporters doen wat ze leuk vinden. De meesten van ons hebben onze eigen onderwerpen en inspanningen waar we aan werken en het landteam is een manier om op één lijn te komen en steun te krijgen. Zoals bij elk werk kan het formuleren van concrete stappen en het delegeren van werk aan anderen een uitdaging zijn. Dus ik denk dat er een mogelijkheid is voor meer samenwerking tussen supporters over bepaalde onderwerpen en hopelijk zal dat in de toekomst groeien wanneer we meer ervaring krijgen met samenwerken.

Ik heb rondgevraagd en het lijkt erop dat onze verhalen over toetreding tot het landteam nogal gelijkaardig zijn. Mensen kregen op de een of andere manier interesse in Vrije Software en vonden de FSFE de aangewezen partij om deze waarden in Europa te dragen. Daarna ontdekten ze het NL-landteam, werden lid van de e-maillijst en bezochten een fysieke bijeenkomst. André heeft ook Felix ontmoet bij Linux Nijmegen omdat het dicht bij hem in de buurt was maar voor Kevin, die aan de andere kant van het land woont, was de T-Dose conferentie de eerste keer dat hij de gemeenschap fysiek ontmoette. Als er iets is dat, wat ik denk, het belang uitlicht van het mensen laten weten dat je bestaat als lokaal team, dan is het openstaan voor nieuwkomers en het makkelijk te maken om deel te nemen gemeenschapsbijeenkomsten.

FSFE-kraam op de NLLGG-bijeenkomst in Utrecht. Nederland, 2019.

Wat zijn uw aanbevelingen voor anderen die lokale activiteiten voor de FSFE willen starten? Kunt u, hoewel het Nederlandse FSFE landteam al gevormd was toen u erbij kwam, zich enkele van de eerste activiteiten die daar uitgevoerd werden herinneren?

Ten eerste denk ik dat het goed is om te weten wat de FSFE onderscheidt van andere organisaties. In Nederland zijn er verschillende andere groepen met vergelijkbare of zelfs dezelfde leden, zoals een Linux-gebruikersgroep groep, een Debian-gemeenschap, de digitale rechten-organisatie Bits of Freedom en meerdere hackerspaces. Hoewel we het bij de FSFE veel over technologie hebben, ligt onze focus op het informeren van het algemene publiek en om beleidsveranderingen teweeg te brengen. Als gevolg daarvan heeft onze gemeenschap een ander doel dan andere Vrije Software-gerelateerde gemeenschappen in Nederland en het verschil kennen kan helpen op te vallen en gelijkgestemden aan te trekken. Ik weet niet precies hoe het in Nederland begonnen is maar het gedrag dat ik over het algemeen zie bij het vormen van nieuwe groepen is om te beginnen met gelijkgestemden die u al kent, uw aanwezigheid in verwante gemeenschappen bekend te maken en dan gewoon beginnen met open bijeenkomsten te houden en het van daaruit te laten groeien.

De afgelopen jaren hebben wij in Nederland wel zo'n groeipad doorgemaakt. Nederland. Er was al een nationale groep die communiceerde via mail en chat en wij hadden een kraam en bijeenkomst van het landteam op de jaarlijkse T-Dose conferentie. Andere activiteiten werden voornamelijk georganiseerd wanneer de gelegenheid zich voordeed. Wij verhoogden onze contactfrequentie door met een kraam aanwezig te zijn op de tweemaandelijkse NLLGG-bijeenkomst in Utrecht, waar enkele van onze supporters aanwezig zouden zijn en wij de gelegenheid hadden om gelijkgestemden te ontmoeten. De online bijeenkomsten lieten ons meer tijd besteden aan het groeien en op één lijn brengen van onze plaatselijke groep en zorgden ervoor dat veel mensen zich bij het gesprek aansloten. Sommige mensen deden maar voor één bijeenkomst mee, wat ik prima vind, want het was toch een leuke manier was om elkaar te ontmoeten en deze relaties kunnen nuttig zijn in de toekomst. En uit deze gesprekken groeiden nieuwe ideeën voor activiteiten. Pas onlangs zijn wij begonnen met een meer formele agenda en notulen van onze vergaderingen, omdat wij vaak meer gespreksonderwerpen hadden dan de tijd toeliet.

Denk niet dat ons relatieve succes de rechtlijnige uitvoering is van een vantevoren goed opgezet plan. Een gemeenschap opbouwen is een heel erg iteratief proces, gebaseerd op leren en feedback. Onze supporters worden actief omdat zij een verschil willen maken in de wereld en wij moeten de manieren vinden die ons het beste uitkomen. Persoonlijk hou ik ervan om de dingen stap voor stap te doen, slechts één verandering door te voeren of één activiteit en dan wel zien waar het toe leidt. Door dat te doen hebben wij onze eigen manier om dingen te doen ontwikkeld en hebben wij veel ervaring opgedaan met een verscheidenheid van activiteiten. Stel dat wij een brief willen schrijven aan politici: dan hebben wij al wat eerder werk liggen voor mogelijk hergebruik en we weten al welke steun we kunnen verwachten van het FSFE-kernteam en welk deel we zelf moeten leveren.

Europese Coördinatorenbijeenkomst in Essen. Duitsland, 2015.
Denk niet dat ons relatieve succes de rechttoe rechtaan uitvoering van een van te voren goed opgezet plan is. Een gemeenschap laten groeien is vooral een iteratief proces gebaseerd op leren en feedback.

Onze activiteiten zijn zeer uiteenlopend geweest. Er is natuurlijk een voortdurende inspanning om informatiemateriaal te vertalen. Wij schreven bij verschillende gelegenheden op basis van verschillende ontwikkelingen en nieuwsartikelen naar nationale en lokale politici. Wij namen deel aan meerdere raadplegingen over wetten en beleid en boden onze expertise over Vrije Software aan de regering. Wij zijn met kramen aanwezig geweest op de jaarlijkse T-Dose-conferentie en tweemaandelijkse NLLGG-bijeenkomsten. Wij deelden FSFE gereedschaps-strooifolders uit in een universiteit en een bibliotheek. Wij hebben presentaties gegeven over Vrije Software. We hielpen bij de organisatie van een Educatie Vrijheidsdag en het SHA-hackerskamp. Wij organiseerden een privacycafé aan de Erasmus Universiteit om mediastudenten voor te lichten over oplossingen om uw privacy te beschermen. Wij organiseerden een Freedomvote voor de nationale verkiezingen. En wij waren betrokken bij de rechtszaak voor de broncode van Debat Direct. Uit de verscheidenheid van onderwerpen en methoden blijkt dat de activiteiten werden aangezwengeld uit kans of belang van onze gemeenschapsleden. De campagnes van de FSFE helpen ons om prioriteiten te stellen en onze inspanningen aan een onderwerp te koppelen maar wij voelen ons niet beperkt tot alleen de campagnes. Ik heb gemerkt dat politiek vooral een sterke organisatie vereist omdat onderwerpen snel groot kunnen worden. In het ideale geval wilt u inspelen op die aandachtsspanne en dus moet u snel handelen. Ook draait de politiek om de verkiezingscycli en dus moet u om de paar jaren helemaal opnieuw beginnen met aan politici uitleggen waarom Vrije Software gezond verstand is en op hun agenda zou moeten staan.

Hoe bent u in de eerste plaats betrokken geraakt bij Vrije Software?

Van jongs af aan bracht ik een aanzienlijke hoeveelheid tijd op de computer door, experimeerde ik met verschillende software, ook als creatieve uitlaatklep. Als kind begon ik meestal met gratis software die gebundeld kwam met onze computer of printer. Met de komst van onbeperkt downloaden via internet werd andere software een optie. Ik leerde over het belang van Open Standaarden en toegang tot software omdat ik situaties had meegemaakt waarin ik mijn bestanden niet meer kon openen omdat de software niet meer beschikbaar was wegens incompatibiliteit of het verstrijken van de proefperiode. Door een verscheidenheid aan gratis software te gebruiken kwam ik erachter dat Vrije Software over het algemeen het beste was, zonder vervelende advertenties of spyware en over het algemeen goed gedocumenteerd was. Ik leerde de waarde van Vrije Software en Open Standaarden op de harde manier, vanuit een praktisch standpunt en het was dus niet erg expliciet.

Toen ik aan de universiteit elektrotechniek studeerde leerde ik meer over programmeren en hoe computers gebouwd werden. Maar gedurende die tijd leerde ik ook meer over privacy en veiligheid en hoe mijn privacy eigenlijk geschonden werd door een heleboel diensten die ik gebruikte. Als technisch onderlegde was het mij duidelijk dat om privacy en veiligheid op lange termijn te garanderen u controle nodig hebt over de technologie en dus over de software die u gebruikt. Naar aanleiding van deze redenering ontdekte ik de filosofie achter Vrije Software. De waarde van Vrije Software voelde op dat moment zo logisch dat ik mij afvroeg waarom ik het niet eerder had ontdekt: niet alleen de praktische implicaties ervan maar ook de filosofie erachter. Ik vond dat Vrije Software meer gepromoot moest worden bij het algemene publiek en daarom werd ik lid van de FSFE, om hun inspanningen te steunen bij het promoten van dit gezond verstand.

'Wij kregen 's morgens een telefoontje an Matthias Kirschner dat we 'Bügel' (kledinghangers) moesten meebrengen om de T-shirts bij de kramen op te hangen. Normaal konden Maurice en ik ons redden met het Duits dat ons op de middelbare school was onderwezen maar deze keer liet het ons in de steek.'

Kunt u ons één van de verhalen vertellen die uw hart nog steeds verwarmen of dat u altijd laat lachen of glimlachen als u eraan terugdenkt?

Ik moet altijd lachen als ik terugdenk aan de keer dat ik Open Rhein Ruhr bezocht met Maurice in 2016. Als ik het me goed herinner werden we 's morgens gebeld door Matthias Kirschner dat we 'Bügel' (kledinghangers) moesten meebrengen om de T-shirts bij de kramen op te hangen. Normaal konden Maurice en ik ons redden met het Duits dat ons op de middelbare school was onderwezen maar deze keer liet het ons in de steek. Maurice begreep het woord 'Bügel' uit het gesprek ("Bügeleisen") als een kledingstrijkijzer, in de veronderstelling dat de T-shirts gekreukt waren en gestreken moesten worden. Aangezien Matthias er om twee gevraagd had vroeg Maurice of ik de mijne ook mee wilde nemen. Zo voegden wij beiden onze kledingstrijkijzers aan de bagage toe en gingen wij op weg. Pas toen wij aankwamen bij de kraam kwamen wij achter de miscommunicatie en moesten er hartelijk om lachen. er hartelijk om gelachen. Wij maakten deze gedenkwaardige foto die op de blog van Max Mehl staat.

Als laatste vraag, wat wenst u de FSFE toe voor de komende 20 jaren?

Ik wens dat de FSFE meer actieve lokale supporters krijgt. Ik denk dat de FSFE zich onderscheidt van andere organisaties door de onderwerpen die ze behandelt en ik zou graag zien dat elk Europees land een vruchtbare lokale groep heeft om het onderwerp op nationaal niveau te behandelen. In een wereld die grotendeels dezelfde software gebruikt en gebonden is door dezelfde EU-richtlijnen zal de basis van onze activiteiten waarschijnlijk vergelijkbaar zijn in alle landen. Maar elk land beschikt over een andere taal, een ander politiek systeem, andere waarden en normen en diverse andere verschillen. Door een sterke lokale vertegenwoordiging kan de FSFE "in verscheidenheid verenigd" (EU-motto) zijn en doeltreffender zijn in het teweegbrengen van verandering. Ik wens dit ook omdat ik het naar mijn zin heb om deel uit te maken van de FSFE en een lokale groep en ik denk dat er veel gelijkgestemde mensen zijn die er ook van zouden genieten. Dus ik wens dat andere supporters ook deel kunnen uitmaken van een lokale groep en ook de waarde van gemeenschap kunnen ervaren.

Ik denk dat de FSFE zich onderscheidt van andere organisaties met de onderwerpen die ze behandelt en ik zou graag zien dat elke Europese natie een vruchtbare lokale groep heeft om het onderwerp op nationaal niveau te behandelen.

FSFE: Heel erg bedankt!

Voor meer van Nico Rikken kunt u zijn interview dat over de technische aspecten van Vrije Software en Vrije Hardware zoals duurzaamheid en schaalbaarheid lezen. Misschien bent u ook geïnteresseerd in zijn blog over hoe de Nederlandse groep groeide in tijden van Covid.

Over "20 Jaren FSFE"

In 2021 wordt de Free Software Foundation Europe 20 jaren. Dit betekent twee decennia gebruikers in staat stellen om technologie te controleren.

Banner met FSFE 20 jaren. FSFE sinds 2001

20 worden is een tijd waarin we graag even op adem komen en terugblikken op de weg die we hebben afgelegd, om de mijlpalen die we hebben gepasseerd te overdenken, evenals de successen die we hebben behaald, de verhalen die we hebben geschreven, en de momenten die ons samenbrachten en die we ons altijd met vreugde zullen herinneren. In 2021 willen we een nieuwe impuls geven aan de FSFE en nog meer aan onze pan-Europese gemeenschap, de gemeenschap die de schouders heeft gevormd en altijd zal vormen waarop onze beweging op steunt.

20 Jaren FSFE is bedoeld als een viering van iedereen die ons in het verleden heeft vergezeld of dat nog steeds doet. Dank u voor uw plaats in de structuur van de FSFE vandaag en voor het leggen van de basis voor de komende decennia van softwarevrijheid.